Het eerste onderwerp van het jaarthema vieren was het gebed. Concreet genoeg. Het tweede onderwerp is iets lastiger: het Woord. Als je het zo zegt, roept het, vermoed ik, vooral bij Protestants opgevoede mensen wat aarzeling op. De associatie is dan onmiddellijk die met de Bijbel. Dat is Gods (onfeilbaar) woord. Dan komen er allerlei ervaringen mee, waarbij met name Bijbelteksten als een soort wapens op je werden afgevuurd. Al snel klinkt de vraag of iets wel of niet Bijbels is, en dat is een zwaarwegend argument. Nu haast ik mij te zeggen dat ik opgegroeid ben met een grote liefde voor de Bijbel en dat die liefde voor de Bijbel mij mede predikant heeft gemaakt. Maarrrr dat is iets anders dan een soort aanbidding van de Bijbel als een tekst voor al uw problemen.
Het is anders en zo heeft de kerk van alle eeuwen het ook altijd beleden: Gods woord kan tot ons komen in de tekst van de Schrift (om het ouderwets te zeggen), maar dat blijft een wonder. Dat hebben we niet in de hand. Bovendien is het Woord veel ruimer dan de Schrift. Vandaar de tekst uit het Johannesevangelie. Het woord is van voor alle eeuwen, immers door het woord is het licht en het leven ontstaan. Het woord bezielt ons.
Daarmee raken we het geheim van Gods aanwezigheid. God die ons rakelings nabij komt, hij spreekt ons aan. En uiteindelijk doet hij dat in een mens, in Christus. lk noemde zonet de Protestantse traditie. Als Protestanten zijn we allen beïnvloed door Maarten Luther. Juist voor Luther is het Woord zoveel meer dan de Bijbel. Het gaat hem altijd om het levende woord. En dat levende woord is Christus, die hij op elke bladzijde in de Bijbel tegenkomt. Daarom houdt hij zo van de Bijbel, omdat hij daarin Christus ontmoet. lk merk aan het begin van de 21e eeuw in Nederland en in Lochem soms weinig liefde voor de Bijbel. Dat doet me verdriet. Het gaat me dan helemaal niet om de letter, ook niet per se om Bijbelkennis (hoewel dat niet verkeerd is), maar het gaat om liefde voor het levende woord van God. Dat komt niet zomaar in onszelf op, daar moet je geduld voor hebben, daar moet je voor luisteren, daar moet je stil voor worden, daar moet je soms hard voor studeren.
lk hoop dat we het levende woord ontmoeten en dat we erdoor geraakt worden. Om te beginnen op zondag 24 november als we het woord centraal stellen.
Paul Wansink