Herfst?
De nederige dagen van november zijn weer gekomen, grijze als een emmer (Gerrit Achterberg, uit het gedicht ‘November’) Een keer geen Bijbel- of liedtekst, maar eentje uit een gedicht van
Lees verderDe nederige dagen van november zijn weer gekomen, grijze als een emmer
(Gerrit Achterberg, uit het gedicht ‘November’)
Een keer geen Bijbel- of liedtekst, maar eentje uit een gedicht van Gerrit Achterberg, een van mijn geliefde dichters. Hij woonde lange tijd in Neede en verbleef in de psychiatrische inrichting in Rekken. Hij kende dus deze streek en dat proef je soms in zijn poëzie. Achterberg, een mens met een getekend leven en misschien mede daardoor prachtige gedichten. Hij is ook één van de weinig grote 20e eeuwse dichters die ik ken, die dicht over zijn (christelijke) geloof. Zijn hele werk ademt de zoektocht naar de ‘Gij’ de geliefde die zeker ook verwijst naar onze grote geliefde: de eeuwige God. Ik zal het niet ontkennen: moeilijke teksten, maar wel zeer de moeite waard. Voor de kerk al een belangrijke les: niet alles wat snel en simpel is, heeft duurzaamheid.
Maar: November, herfst. Achterberg spreekt over de nederige dagen van november. Hij doelt op de zon die lager staat, op het blad dat van de bomen is gevallen, op de kortere tijd dat het licht is en vast nog veel meer. De herfst heeft zijn eigen glans. Tegelijk: het gaat Achterberg nooit alleen om de natuur. Als hij de dagen van november aanduidt als nederig is dat ook een beeld voor meer. Verderop horen we: de protestantse dagen van november dragen geen heiligen op de kalender. Alsof de nederigheid van de dagen verwijst naar een nederigheid van geloven: niet te veel op de borstklopperij, niet te veel heiligheid. Nog verder schrijft hij: ‘Eerlijke kerken houden voor ’t gewas dankstonden achter dun armoedig glas’. Hier wordt de tijd van het jaar gekoppeld aan het kerkelijk jaar, en uiteindelijk verbonden met de eenvoud van het ware en dat is de eenvoud van Christus. Hij die nederig was.
Voor de kerkvader Augustinus is nederigheid het kenmerk van geloven. En dan niet in de zin van jezelf kleineren, of minderwaardig zijn, maar wel in de zin van: als Christus zijn die de minste van de mensen werd. Zo zie ik onze gemeente in Lochem als een kleine bescheiden, vooruit- nederige gemeente, die weet van haar roeping. De navolging van Christus. Zo brengt de herfst ons via een gedicht van Achterberg bij de kern van het evangelie.
Ik wens u mooie dagen de komende tijd in onze prachtige Achterhoek, in het lagere zonlicht dat ons een geheim laat zien. De nederigheid van die ene mens voor allen.
Paul Wansink
Dan zult u de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte kunnen begrijpen, ja de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat (Efeziërs 3, 78)
Op de middelbare school kregen wij nog Frans. lk weet niet zo goed hoe het tegenwoordig met de kennis van het Frans is gesteld. lk vond talen altijd leuk, vooral als je mocht gaan lezen. Wij lazen bij Frans o.a. werken van Albert Camus, Nobelprijswinnaar. Bij de lessen kregen we enige achtergrondinformatie. Hij werd gerekend tot de stroming van het existentialisme, waarin de menselijke ervaring en beleving centraal staan. Met heel je existentie leef je dit overigens absurde leven op aarde. lk hoor onze docente nog zeggen “Dieu n’existe pas”, God bestaat niet in de wereld van de existentiefilosofie.
lk dacht eerlijk gezegd dat Camus wat passé was begin 21 e eeuw. Maar onlangs verscheen een vertaling van een tweetal korte teksten van hem over zijn geboorteland Algerije. Titel van het boekje: Bruiloft. De Zomer. Centraal thema de liefde van Camus voor zijn geboorteland, de stad Oran en de zee. Als je het leest proef je bijna de liefde voor het leven. Prachtige taal ook.
Maar het gaat me om die liefde voor het leven. Naar mijn overtuiging is die liefde universeel, of je nu wel of niet ‘gelovig’ bent. Daarin vinden we elkaar als mensen.
In een kerkgemeenschap gaat het ook veel over liefde, immers God is liefde. Tegelijk merken we in kerkgemeenschappen vaak hoe moeilijk het is met die onderlinge liefde. Allerlei gedoe en gekrakeel, onbegrip en zelfs venijn. Dat doet pijn, zeker in de kerk van Christus. Immers daar kennen we in elk geval volgens de schrijver van de Efezebrief — de liefde van Christus die alle kennis te boven gaat. Bemoedigende tekst. lk geloof ook dat het waar is. Ondanks het feit dat ik maar al te goed weet hoeveel er mis gaat tussen mensen ook in een kerk, ook in onze gemeente, ondanks dat geloof ik toch in de kracht van de liefde van Christus.
Anders dan Camus geloof ik dat in dit absurde bestaan de liefde van God onpeilbaar is. ‘De lengte en de breedte, de hoogte en de diepte’ lezen we in Efeze 3. lk hoop er op de startzondag iets over te zeggen.
In de geschiedenis van de kerk weten ze wel waar die woorden naar verwijzen: naar het kruis van Christus dat in lengte en breedte, hoogte en diepte heel de wereld omvat. Kerkvader Athanasius zegt dat de uitgestrekte armen van Christus aan het kruis heel de mensheid omvatten, zijn liefde is zonder einde. Als ik hem goed begrijp delen wij allen in die onbegrensde liefde. Camus verwoordt de liefde voor zijn land prachtig, maar ik denk bij liefde toch ook aan Gods goedheid die ons staande houdt, de liefde van Christus die alle kennis te boven gaat.
Paul Wansink
Onbewust neuriede ik de afgelopen week een keer de melodie bij deze woorden. lk hoop dat u die ervaring kent dat melodieën zich zomaar aandienen met de woorden erbij. lk beschouw het als een groot blijk van Gods wonderlijke aanwezigheid. De tekst wordt je zomaar gegeven en het lied erbij. Het zingen van kerkliederen lijkt soms een wat ouderwets concept. We kennen immers zoveel andere muziek. Ons leven is er vol mee. En dan die wat ouderwetse melodieën. Maar wat blijkt: het goede kerklied laat zich niet zomaar verwijderen uit ons leven, uit ons lichaam, uit onze ziel. Daar zou nog wel meer over te zeggen zijn. Denkt u bijvoorbeeld aan wat liederen nog betekenen voor mensen met soms ernstige vormen van dementie.
lk wil het echter hebben over de tekst van het lied dat ik neuriede. Het lied is in de oorspronkelijke Duitse versie van Paul Gerhardt, een van de grote dichters uit de Lutherse traditie. Vroom in de goede zin van het woord. Op Christus gericht, maar niet enkel op de relatie van de gelovige tot zijn/haar Heer, nee voluit op de liefde van Christus voor ons. De slotwoorden die steeds terugkeren zijn (dat is in het Duits nog net iets duidelijker) ontleend aan de beroemde tekst uit Prediker: alles heeft zijn tijd. Volgt die prachtige opsomming van steeds twee (werk)woorden. De dichter zet dat echter tegenover de liefde van God, die heeft eeuwigheid. Daarmee wordt een begrip geïntroduceerd waar we tegenwoordig moeite mee hebben. Veel seculiere mensen uit onze westerse wereld zijn van mening dat wetenschappelijk zo ongeveer vast staat dat er geen eeuwigheid is. Ze menen dat natuurwetenschappelijk bewijs heeft afgerekend met de eeuwigheid, we zijn immers geheel en al verweven met het ontstaan en de voortgang van dit uitdijende, maar eindige universum. Hoe ingewikkeld en duizelingwekkend ook. De mens is op zijn best een schitterend toeval. lk ben niet zo verbaasd dat met dit onderliggende vaak onbewuste wereldbeeld veel mensen het leven als zinloos ervaren.
Het christelijk geloof denkt verder dan de tijd. Wij belijden God die een perspectief geeft zelfs voorbij de dood. En wat is nu het mooie: Gods liefde heeft eeuwigheid. Prachtige ontroerende tekst van Paul Gerhardt. lk zou zeggen: neurie het lied in de komende vakantietijd maar zachtjes voor u uit en besef wat een groot geheim: Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid.
Paul Wansink